Worden onze concerten wel te duur?
Tot grote vreugde van de talrijke fans komt AC/DC deze zomer voor een concert naar De Stenehei in Dessel. Het 50e jubileum blijkt alleen een heel duur verjaardagsfeest te worden. Net zoals de prijzen van onze festivals en consumpties een pak sneller stijgen, lijken ook concerten een dure ervaring te worden. Een groot concert voor minder dan 100 euro is dezer dagen een koopje geworden. De wereld van de artiestengages is erg donker en zeer vertrouwelijk, maar we nemen toch een duik in het diepe om te bekijken waar al dat geld naartoe gaat.
Vragen artiesten te veel?
De grootste factor blijft de artiest en dan bedoelen we ook hun management. Zij worden stevig betaald om hun artiesten goed te vertegenwoordigen en de beste marktprijs te vragen. Hun verklaring voor de dure artiestengages klinkt intussen als een commercieel refreintje: “De artiesten compenseren de ingestorte platenverkoop door hogere concertbedragen”. Waar vroeger concerten vooral een promotiedoel hadden, is dat intussen omgeslagen tot de belangrijkste bron van inkomsten.
Niet enkel ons land weet niet te ontsnappen aan de internationale trend van stijgende ticketprijzen. De mondialisering van het concertcircuit met snel groeiende organisatoren in Zuid Amerika, Azië en zelfs het Midden-Oosten, zorgt elk jaar voor een intensere competitie tussen de organisatoren onderling. Managers van bands kunnen hier perfect de wet van vraag en aanbod toepassen.
Baden onze concertorganisatoren in champagne?
Concertorganisatoren zoals Live Nation en Greenhouse Talent zijn wereldwijd bekend, maar hebben geen andere keuze dan veel geld neer te leggen om grote artiesten naar ons kleine landje te halen. Leggen ze dat niet, dan zijn de concertagenda’s leeg. Het deel dat concertorganisaties overhouden, gaat naar promotie, productiebedrijven, cateringbedrijven en natuurlijk eigen personeel. De jaarrekeningen leren ons dat zelfs de grootste concertorganisatoren in ons land het moeten doen met 1 à 2% winst.
Is het elke dag feest bij Ticketmaster?
Helaas, het grootste deel van je ticketgeld gaat rechtstreeks naar concertorganisatoren die hiermee de gages van de bands betalen. Zij staan op hun beurt een deel af aan hun management. De enkele euro’s die blijven plakken bij de ticketverkopers dienen voor de dagelijkse werking. Denk aan kantoorruimtes en bijhorende kantoorspullen, servers en personeel. Zo maakt het grootste ticketbedrijf van ons land amper een half procentje winst op de volledige jaaromzet.
Productie
Verder gaan onze centjes naar kwaliteit en ja, ook dat heeft zijn prijs. De eisen die wij als fans stellen op vlak van beleving worden elk jaar hoger en hoger. De vele artiesten moeten tegen elkaar opboksen met steeds meer spots, videowalls, confettikannonen en een perfecte geluidsinstallatie. Waar artiesten en publiek vroeger al tevreden waren met stellingen en een doek, zijn de podia van tegenwoordig bouwkundige kunstwerkjes geworden.
Onze nationale trots StageCo is hierin gespecialiseerd, maar er kruipt maanden tot jaren werk in om deze podia en bijhorende crews samen te stellen. Om de opbouw en afbraak van deze podia sneller te laten verlopen, worden deze miljoenenconstructies ook nog in duplicaat gemaakt.
Transport
Voor wie met een auto rijdt, is het niet nieuw dat de teller op de pomp steeds sneller draait, terwijl je daar minder voor in de plaats krijgt. Helaas wordt heel het podium, de bijhorende productie en de catering met nodige loodgieterij vervoerd met vrachtwagens die net dezelfde tellertjes zien draaien aan het tankstation. Wie een festivalweide zoals de Stenehei bezoekt, zal een mooi panoramisch zicht aanschouwen naast een bedrijvenpark, maar op die lege weide moet in een snel tempo een heel dorp worden gebouwd waarbij alles extern wordt aangevoerd.
Wij zijn zelf niet de grootste groene jongens, maar we vinden wel dat we de gigantische afvalberg die ingezameld en afgevoerd dient te worden niet links mogen laten liggen. Dat zijn op het einde van de rit dus heel veel handen en dieselmotoren die heen en weer moeten rijden.
Veiligheid
De laatste jaren wordt er flink geïnvesteerd in veiligheid. Met de Mojo Barriers worden veiligheidsgangen gebouwd uit een stevige constructie die het veiligheidsmensen en de hulporganisaties toelaat om in het publiek eventuele evacuaties of interventies uit te voeren. Die evacuaties of verzorging worden natuurlijk uitgevoerd door gespecialiseerd zorgpersoneel.
Elk jaar wordt er meer en meer werk gestoken in circulatieplannen, crowdbeheer, evacuatie en nooduitgangen. Daarvoor zijn camerabewaking en politie nodig die op het einde van de dag ook betaald moeten worden. Terreinen en stadia worden dan weer heel het jaar door permanent onderhouden en gekeurd door brandweerkorpsen.
De Staat
Niet de band, maar ook de financiële overheidsdienst gaat met een mooi stuk van de koek lopen. De Belgische overheden zijn meester in het op poten zetten van nieuwe belastingen. Buiten BTW, heb je accijnzen, bijzondere accijnzen, heffingen, taksen en zoveel meer. Dan vergeten we nog bijna dat het aanvragen van de nodige vergunningen eveneens een tijdrovende en dure affaire geworden is.
Elke verhoging, of het nu gaat om catering of tickets, is dus altijd een extra inkomst voor de staatskas die uit de zakken komt van zowel de organisatoren als de fans.
Index
Voluit de consumptieprijsindex of inflatie. We kunnen geen volledige cursus economie uit te doeken doen (tenzij je ons uitnodigt voor een avondje pintelieren), dus houden we het kortweg op: Alle dagelijkse producten worden duurder. De index is nog nooit zo hoog geweest als de afgelopen jaren en dat is te wijten aan heel uiteenlopende redenen. Je merkt het waarschijnlijk zelf ook aan de kassa wanneer je om je dagelijkse boodschappen gaat of een pintje op café besteld.
Oorlogskas
Corona (en dan bedoelen we vooral de maatregelen) hebben een diep gat geslagen in de financiële reserves van concertorganisatoren en productiebedrijven. Ze hebben de laatste 4 jaar een pak meer kosten dan inkomsten voor de kiezen gehad. Aangezien deze bedrijven geen overheden zijn die eindeloos schulden kunnen blijven opbouwen, moeten zij ervoor zorgen dat het gat in de kas tijdig opgevuld geraakt. Zo kunnen ze een minder goed jaar perfect opvangen zonder in te boeten aan kwaliteit.
Bands van buiten Europa, moeten dan weer extra in de oorlogskas zitten. Die huren namelijk hun materiaal in Europa en dat is een pak duurder geworden. Ze vragen dus hogere voorschotten of gages alvorens er een noot wordt gespeeld.
Verenigingen
Niet al onze centjes vallen in het consumentisme zoals communisten zouden zeggen. Aan elk adje hangt ook een goede daad. Veel lokale verenigingen verdienen jaarlijks een centje bij op festivals en grote concerten (en vaak gaat het om een groot deel van hun jaarbudget). Hiervoor moeten ze voldoende vrijwilligers afvaardigen die jou tijdig van gerstenat voorzien en je rommel opruimen op het festivalterrein. Zij begeleiden je ook van parking tot ingang en terug naar huis. We gunnen hen wel wat extra’s.