Festivalverslag Sziget 2018: dag #3
Op dag 3 van Sziget Festival hebben we onze moed bij elkaar geraapt en zijn we op citytrip geweest naar Boedapest. Een mooie stad die in de zomer veel te bieden heeft. Met al twee festivaldagen achter de rug, trokken we ook op dag drie richting de festivalweide. Eenmaal aangekomen op het festival was het drummen voor een plaatsje bij The Kooks.
Ongeveer hetzelfde aanvangsuur als Oscar &The Wolf gisteren, maar het verschil in aantal aanwezigen is immens. De show is nog niet goed bezig of we worden al volledig verwend. Nadat “All The Time” voor de eerste keer wat beweging brengt in het publiek krijgen we “Ooh La” en “She Moves In Her Own Way” voorgeschoteld. Een hapklare brok die de goedgezinde jongens van The Kooks maar al te graag brachten. Zanger Luke Pritchard haalt alles uit de kast om iedereen mee te krijgen, maar de enigen die dat niet begrepen hebben zijn de rest van zijn groep. Volledig terecht merkt hij op dat we wel op een indie-disco lijken te zijn, maar het is na een goed begin toch eventjes wachten op terug een hit van jewelste. Onze woorden waren nog niet koud of “Seaside” weerklonk in een heel rustige akoestische versie. The Kooks weet een indie-feestje te bouwen, maar 15 minuten minder en de hits wat korter op elkaar was geen overbodige luxe geweest.
Aan goesting geen gebrek om het volgende optreden aan te vatten op de Main Stage. Parov Stelar diende zich aan, maar de micro’s en instrumenten waren de eerste drie minuten niet echt wakker en zorgden voor een awkward begin van de show. Of het nu daaraan lag of iets anders, maar ze kwamen vrij traag op gang. Niet veel later was “Booty Swing” aan de beurt en het hele feestje barstte los en bleef duren tot de laatste noten. Gelukkig stonden de jongens op de Main Stage, want al het aanwezige volk had nooit in een tent gepast. Met hun elektro-swing is het onmogelijk om niet te dansen. De drie blazers op het podium deden er alles aan om het publiek in vervoering te brengen, maar de bas-solo’s trokken toch vooral onze aandacht. Lekker funky zorgden ze ervoor dat de rest van de band eens van instrumenten konden wisselen. Een muzikaal intermezzo van de man met de schuiftrompet zorgde voor het grootste meezing moment van Sziget tot nu toe. Op de noten van “Clint Eastwood” was het de beurt aan het publiek om mee te zingen en dat cadeau nam iedereen maar al te graag in ontvangst. Daarna volgden de hits mekaar in ijltempo op en met spijt in het hart verliet de band het podium.
Een indrukwekkend podium werd op poten gezet voor Lana Del Rey en onder luid gejoel van hoofdzakelijk de vrouwelijke kant van het publiek betrad ze het podium. Een fantastische stem heeft ze echt wel, maar we moesten jammer genoeg constateren dat de micro veel te stil stond. We konden zonder problemen de conversaties achter ons volgen en iedereen vroeg de hele tijd om stilte. Dat nam heel wat van de charme weg. Het werd pijnlijk duidelijk dat Lana Del Rey niet echt muziek heeft om op een gigantische Main Stage te staan, maar eerder in een zaal zou moeten staan. De hits heeft ze wel en die klonken ook echt goed, maar toch had je het gevoel dat het grootste deel van het publiek eerder in slaap gewiegd werd. Het hielp ook niet echt dat ze na 15 minuten een hele promotour begon te doen langs de eerste rij van het publiek en de rest gewoon stond te wachten en naar het scherm staarde. Een goed optreden, maar toch liever ergens anders dan op een festival.
Een goed uur later vonden we onszelf terug aan de Tribute Stage waar we op aanraden van buitenlandse vrienden naar een Rammstein cover-groep gaan kijken zijn. Zelfs het vuurwerk en andere attributen waren aanwezig en toverden de kleine stage om tot een gigantische moshpit. Encore na encore werd aangesneden op vraag van het publiek. Ze hadden dan ook een gigantisch oeuvre om uit te kiezen. Niet echt waar we op voorhand voor geopteerd hadden, maar wel echt aan te raden. Een onverwachte climax van de dag.