Festivalverslag Best Kept Secret 2018 – Dag 3
Aan alle sprookjes komt een einde, ook aan een mooi bewaard geheim. We kregen al sublieme afsluiters als Arctic Monkeys en The National voorgeschoteld, maar de kers op de taart kwam er pas zondagavond op dag 3 van Best Kept Secret 2018.
Gus Dapperton (★★★)
Zondag zakte, rond het middaguur, de crème de la crème van de hipster-millenials in de Beekse Bergen al vroeg af naar het festivalterrein. Het was er verzamelen geblazen voor het podium van de THREE te verzamelen en er über-hipster Gus Dapperton aan het werk te zien.
Met zijn extravagante look, losgeslagen ledematen en knotsgekke dansmoves was Gus Dapperton een genot om naar te kìjken. Ook de 80’s synths in z’n funky soul-pop konden ons wel even bekoren. Het was ideaal dat deze set maar een half uur duurde en zodus een licht verteerbare amuse was voor het vervolg van de laatste festivaldag. Echt veel diepgang zat, ondanks een best deftig stel stembanden, nu ook niet in Gus z’n set.
Khruangbin (★★★★)
Van een gebrek aan diepgang kan bij dit Texaanse trio alvast niet gesproken worden. De hype rond deze eclectische globetrotters met een unieke – en dus moeilijk accuraat te beschrijven – sound (die een mix is tussen aziatische psychedelica, funky 70’s soul, R&B en zwoele Americana). Het is in de maanden voorafgaand aan Best Kept Secret enkel maar toegenomen. Dit zorgde ervoor dat de TWO op dit vroege uur al verbazingwekkend goed gevuld was om zich te wentelen in de Texaanse hitte die uit de gitaren van Laura Lee en Mark Speer resoneerde.
Aanvankelijk leek de zaal dan ook collectief sluimerend en wiegend van deze exotische klanken te genieten. Khruangbin deed ook niet bijzonder veel moeite om met lijvige bindteksten interactie met het publiek te creëren. Die schijnbaar onverschillige pose was echter buiten de laatste twintig minuten van hun set gerekend. Waarin ze een energieke ode brachten aan West Coast-hiphop en we zelfs heel eventjes Apache van The Shadows door hun gitaren hoorden klinken. De set van Khruangbin wist zich zo minutieus te verheffen naar een sensueel hoogtepunt, en het publiek was hen daar zichtbaar en hoorbaar dankbaar voor.
Yellow Days (★★)
De Britse jongeling George van den Broek – met ¼ Nederlands bloed in z’n aderen – bewees in de THREE dat een unieke schurende stem en enkele goeie nummers op zijn debuutalbum “Is Everything Okay In Your World?” nog geen succesvol concert maken.
Daarnaast toonde de THREE zich officieel de heetste van de festivaltenten in Hilvarenbeek, wat er in combinatie met de makke, nogal eentonige set van Yellow Days voor zorgde dat voor het eerst dit weekend de festivalvermoeidheid als een mokerhamer toesloeg. De kunstmatig bedwelmde kruidenfanaten in het publiek konden het optreden dan wel smaken, voor ons had Yellow Days wat straffer uit de hoek moeten komen om de verveling naar het einde van zijn set toe te voorkomen.
Rodriguez (★)
Als er één iets is wat de festivalgangers na dit weekend zal zijn bijgebleven van de passage van Rodriguez op Best Kept Secret 2018, is het de immense plaatsvervangende schaamte die tijdens zijn concert gestaag aanwellend leidde tot haast ondraaglijk krullende tenen in zowat elk paar stoffige schoenen op de weide. Noch zijn eigen nummers, noch de erbarmelijk gecoverde klassiekers van Elton John of The Doors die hij de verdoemenis in jengelde, konden verhullen dat deze ‘Sugar Man’ niet meer het podium zou mogen worden opgestuurd.
De man is 75, hij geraakt amper nog het podium opgeschuifeld en met de arme stakker van een gitaar – die kiest z’n baasje ook niet – die z’n handen in wordt geduwd, weet hij ook al niet meer wat aangevangen.
Geef Rodriguez zijn welverdiende pensioen, of desnoods een barkruk op een podiumpje in een groezelig café. Al denken we dat hij zelfs daar al lang was uitgejoeld, in tegenstelling tot de veel te geduldige vergevingsgezindheid die de festivalgangers in de Beekse Bergen hem gunden.
Rostam (★★★)
Rostam Batmanglij, die in 2016 Vampire Weekend verliet om zich op zijn solo-project te storten, was in de vooravond naar de THREE afgezakt met drummer en een heus strijkkwartet, dat hem moest helpen om een uur lang de Nederlandse harten te proberen veroveren met nummers die met momenten nog opvallend hard aan die van Vampire Weekend deden denken. Rostam heeft zeker goed materiaal te bieden, zo ging hij van start met het met Perzische klanken doorspekte Wood, is ook Bike Dream een dreamy nostalgische voltreffer van formaat en bracht Rostam een prima cover van Nick Drake’s Pink Dream.
Het strijkkwartet was een volwaardige aanvulling voor de instrumentatie van zijn nummers en de dromerige visuals van roadtrips, wolken of de verlichte skyline van een stad sloten naadloos aan op de sound van Rostam, maar toch is er nog ruimte voor verbetering. De muzikanten lijken nog niet volledig op elkaar ingespeeld, wat tot korte momenten van overleg of veelbetekenende blikken van correctie leidde. De set was ook nogal ongelukkig geprogrammeerd op klaarlichte dag – Rostam is dan wel geen headliner, zijn muziek heeft misschien toch de gezellige duister van de avond nodig om volledig tot zijn recht te komen.
Unknown Mortal Orchestra (★★★)
Wie naar de Nieuw-Zeelanders van Unknown Mortal Orchestra was gekomen voor het funky disco-aspect dat de muziek van Ruban Nielson en de zijnen wel eens kan belichamen, was eraan voor de moeite.
De kiwi’s beukten er onmiddellijk oorverdovend luid in met knalharde en uitgerekte versies van Ffunny Ffrends en From the Sun, waarmee de tent een klein beetje leegstroomde. Het soulvolle So Good At Being in Trouble werd gevolgd door een collectief tequila-shotje van de band. Nielson verspilde trouwens geen energie aan small-talk, de interacte met het publiek werd tot een absoluut minimum herleid, maar dat kon ons in dit geval echt niet deren.
De disco-fanaten die wel nog waren gebleven werden in het laatste deel van de set dan toch nog beloond met de polyamoreuze hit Multi-Love en het groovy Hunnybee. Eén ding dat we leerden uit deze set van UMO: Ruban Nielson geeft geen zier om wat een festivalpubliek dan wel of niet van z’n band verwacht, hij doet lekker gewoon wat hij wil; take it or leave it.
Father John Misty (★★★)
De Fleetfoxes-alumnus John Tillman was wat programmatie betreft alvast een haarscherp schot in de roos van de organisatoren van Best Kept Secret festival. Niets anders dan de melancholisch-glorieuze arrangementen van Father John Misty en zijn negenkoppige band was meer geschikt om onder de vallende zon op de weide van ONE de laatste avond van deze driedaagse in te leiden.
De lamenterende, vaak ironische teksten in songs als Mr. Tillman, bewijzen gelukkig dat de Amerikaan wel degelijk enig zelfrelativeringsvermogen bezit, want als je het uit zijn set zou moeten afleiden, neemt de predikende indie-countryfolkzanger het leven bijzonder serieus.
In zijn magistraal dramatische set besteedde Father John Misty amper tijd aan interactie met het publiek, wat gelukkig geen afbreuk deed aan de keurig opgebouwde apotheose waartoe zijn concert heenvoerde. Menig festivalganger kreeg wellicht een krop in z’n gortdroge keel toen Tillman het weemoedige I Love You, Honeybear de weide in scandeerde.
Mogwai (★★★★)
Diegenen die door de melancholische weemoed van Father John Misty ondertussen gelukzalig op hun roze wolk vertoefden, terugdenkend aan het geslaagde festivalweekend, werden alvast grondig van hun sokken wakkergeblazen door de gewapend betonnen wall of sound die de postrockers van Mogwai de tent van de TWO in torpedeerden. De Britten zijn nooit echt van de praatjes geweest, ze laten hun zinderende synths en donderende gitaren niet gewoon spreken, maar bulderen in de plaats.
Ook de hypnotiserende lichtshow die klassiekers als Mogwai Fear Satan, Rano Pano, Remurderded en Hunted By A Freak vergezelde, droeg overigens bij tot het creëren van dat meesterlijk langzaam opgebouwde universum waarin Mogwai je een uur lang weet vast te houden en doet vergeten waar je bent – of wat je naam is.
Bij Mogwai is het zwemmen of verzuipen in de mysterieuze microkosmos die de Schotten creëren. Daar waar sommigen omvergeblazen werden door de oorverdovend luide sound die uit de boxen dreunde (de meningen over of het geluid bij Mogwai belachelijk veel té luid stond, zijn nog verdeeld), wilden wij na een veel te kort uur nog helemaal niet uit deze troostende trance worden gerukt.
LCD Soundsystem (★★★★)
Een betere afsluiter van deze editie van Best Kept Secret konden we na afloop van de – bijna twee uur lange! – set van LCD Soundsystem op de ONE niet bedenken, laat staan überhaupt nog uitspreken. De New-Yorkse multi-instrumentalisten, die bijna aan het einde van een lange tour zijn aanbeland, waren naar Hilvarenbeek gekomen om de laatste overlevenden van de festivaldriedaagse de ziel, de zonden en de laatste sprankels energie uit hun afgepeigerde lijven te laten dansen.
Ze vlogen er dan ook onmiddellijk in met de meest dansbare van hun elektronische indie-nummers, waaronder binnenkomer You Wanted A Hit (yes, we did!) en Tribulations, de knaller die de vlam al onmiddellijk regelrecht de pan in wierp. Als je dacht dat je enkel Daft Punk Is Playing at My House kende van deze ervaren elektro-rotten, dan had je het grondig mis. Van de elkaar in ijltempo opvolgende knallers is het moeilijk om de hoogtepunten nog van elkaar te onderscheiden, als je weet dat de weide twee uur aan een stuk feestte als de wilde beesten in het Safari-park naast het festivalterrein.
Toegegeven, LCD Soundsystem – aangevoerd door de onvermoeibare en lichtjes beschonken James Murphy – is verpletterend sterk van start gegaan om in de laatste nummers voor de bisronde even in een lichte dip terecht te komen, versterkt door het feit dat de band even het podium verliet om te gaan plassen, wat Murphy trouwens tot drie keer toe op voorhand had aangekondigd.
Dat subtiele energie-dalletje werd echter ruimschoots goedgemaakt met afsluiters Dance Yrself Clean en All My Friends. Dit is een band die wanneer ze in form is live – en al zeker op het megapodium van de ONE – het niveau van hun sterke platen belachelijk ruimschoots overstijgt en een onweerstaanbare force of nature wordt.
Als er één iets is waar LCD Soundsystem ons na die explosie van een afsluitende set overigens dubbel en dik mee opzadelde, is het dat knagende – tegelijk gelukzalige en nostalgisch treurige – gevoel dat er opnieuw een eind was gekomen aan een langgerekt muzikaal festijn.