Verslag Pukkelpop 2018 dag #2
Eerder kon je al ons verslag lezen over dag 0 van Pukkelpop, waar Coely en Warhaus er met kop en schouders bovenuit staken. Op de eerste volwaardige festivaldag kregen we bijna de perfectie voorgeschoteld door Arcade Fire en The War On Drugs. Hieronder kan je lezen wie er op dag 2 heerste over de Pukkelpopweide.
Hij heeft de show van zijn leven gegeven en mag trots zijn. Na zes jaar lijkt Dvtch Norris eindelijk het succes te krijgen dat hij verdient. De beste vriend van Coely toert met de leading lady van de Belgische urban en speelt zo al in uitverkochte zalen, maar solo lukte het tot nu toe steeds wat minder. Onbegrijpelijk als je kijkt naar het talent dat in Dvtch Norris schuil gaat. Weinig Belgische rappers verspreiden zo’n internationale flair op podium en hebben zo’n charisma als Dvtch. Geen wonder dus dat een goed gevulde Dance Hall rond het middaguur als een blok voor hem viel. Liedjes uit zijn EP “I’m Sad, I Wanna Make It” hadden de bovenhand in de uitstekende set die met “Toothpick” eindigde. Voor Norris was dit misschien wel de belangrijkste show van zijn leven. Dat voelde je en kleurde af op het publiek. Straffe opener!
De tijden waarin Belgische groepen de main stage mochten openen, zijn jammer genoeg verleden tijd. Ook op dag 2 beklimt een internationale band als eerste het hoofdpodium. Terwijl er de dag voordien nog veel volk kwam kijken bij Circa Waves, was het bij de New Yorkse band Glassjow enorm leeg. Hun debuut hadden ze ondertussen bijna twintig jaar geleden en veel hits wisten ze niet te scoren. De set kunnen we ook niet al te beklijvend noemen. Als er weinig volk staat dat schuchter reageert, komt er geen sfeer op en laat het net dat zijn wat die muziek nodig heeft. Luid, rebels en recht voor de raap klonk de muziek, maar sfeer en spanning waren ver te zoeken. Bij deze een oproep: breng die oude tradities terug en je hebt weer meer volk aan de Main bij de opener.
Dat het een opmerkelijk optreden ging worden, konden we al zien aan het feit dat BeraadGeslagen niet op het podium, maar in het publiek ging spelen. Er stond een klein podium opgesteld, waar hun synths en de uitgebreide drums net op pasten. Het duurde even vooraleer er wat volk op af kwam, maar toen ze goed en wel begonnen waren, stond de ruimte rond het podium vol mensen. Met vervormde vocals en funky drums knalde het duo hun dansbare set op gang. Het publiek was van alle leeftijden en het was nog vroeg, maar dat hield niemand tegen om zijn eerste danspasjes van de dag te plaatsen. Wat de set nog sterker maakte, was de interactie tussen Lander (STUFF.) en Fulco (De Beren Gieren). De muzikale chemie spatte er vanaf en maakte van hen een soort goden waar het publiek geobsedeerd rond stond te dansen.
From zero to hero… zo kun je de carrière van Sofi Tukker bijna samenvatten. Het New Yorkse duo heeft al een Grammy nominatie op zijn palmares staan en is van een kleinschalig project uitgegroeid tot een duo dat wereldwijd optreedt. Niemand die er dus van opkeek dat ze in de Dance Hall voor een mooi gevulde tent mochten spelen. Hun tropical dance was live echter niet zo goed als we hadden gehoopt. De hele act leek bij momenten te veel op een songfestival-act en was iets te kitscherig. Dat ze hun best deden om het publiek mee te krijgen, kunnen we niet ontkennen alsook het feit dat het publiek goed meedanste. Dat de geluidsmix wat tegenviel, nam iedereen er maar bij en zo waren er ondanks de ietwat teleurstellende set veel lachende gezichten. Het potentieel om groter te worden hebben ze, maar de diamant moet nog goed geslepen worden, voor hij echt zal schijnen.
Nothing But Thieves heeft tot nu toe uitsluitend in uitverkochte Belgische zalen mogen spelen en ook als opener van de Main Stage van Rock Werchter in 2017 trokken ze veel publiek. Waarom de weide daarom niet beter gevuld was, kunnen we niet verklaren. Wie er niet bij was of kon zijn, heeft iets gemist want stem-acrobaat en frontman Conor Mason was in bloedvorm. Nummers zoals “Wake Up Call”, “Particles” en “I’m Not Made By Design” werden vol overgave gezongen en ook de band speelde strak. Afsluiten deden ze met hun hit “Amsterdam”, een nummer dat bij onze noorderburen enorm in de smaak valt. Weinig fouten waren er ditmaal te bespeuren in een zeer strak en ook geroutineerd optreden.
De zon scheen, de mensen zaten in groepjes op de weide en Kodaline stond met een behoorlijke productie op het podium; beter kunnen we de namiddag niet samenvatten. De Ieren hebben een neus voor perfecte popsongs en laat daar net live soms het probleem liggen. Het was allemaal schattig en lief, maar het mocht wat specialer of anders. Muzikaal gezien was het allemaal net iets te glad, wat we van de show niet konden zeggen. We kregen vuurwerk, vuur & confetti. Niet slecht voor een band in de late namiddag. Hun setlist was een mengelmoes van hun twee albums, maar ook van het weldra verschijnende album. Terwijl meestal de oudere nummers meer weten te bekoren, gingen de nieuwe nummers met die eer lopen. Ze brachten afwisseling in de set en hadden wat meer pit. Ook “High Hopes” en “All I Want” kunnen tot die categorie gerekend worden en werden dankzij een fantastisch koor, met name het publiek, echte hoogtepunten.
© CPU – Joost Van HoeyBØRNS geldt als één van de grootste psychedelische sterren momenteel. Zijn show werd daarom in de afgelopen weken verplaatst van de knusse Castello naar de grote Dance Hall, maar dat was misschien niet de beste zet. Opvallend weinig volk vond zijn weg naar de grote tent om de Amerikaanse singer-songwriter aan het werk te zien en zo kreeg iedereen genoeg adem- en dansruimte om zich een uur lang te smijten. Spijtig genoeg was de sound bij momenten zo ondermaats, dat de lust die aanvankelijk in de lucht hing al snel weer vervloog en nummers zoals Supernatural helemaal ondergingen. Garret Clark Borns zelf had daar blijkbaar weinig oog voor en leek in zijn eigen wereld te dansen. Op sommige momenten leek hij zelfs op een jonge versie van Mick Jagger. Een beloftevolle artiest die door het geluid geveld werd.
Dat Yungblud een hype is, hadden we al door. Na het optreden van de 21-jarige Dominic Harisson in de Marquee, snappen we ook volledig waarom die hype ontstaan is. Dat hij een hyperkineet is, konden we al af en toe merken aan de muziek en de videoclips, maar Yungblud is live gewoon één blok rauwe energie. Rondspringend als een stuiterbal, maande hij het publiek een uur lang aan mee te springen en los te gaan. En dat is ook exact wat het publiek deed. Gewaagd speelde hij zijn enige radiohitje I Love You, Will You Marry Me al zeer vroeg in de set. Maar dat kon niemand deren, het publiek kwam niet voor dat ene hitje, maar voor alle muziek. Het leuke aan de set is de mix van rock en hiphop, die blijkbaar uitmuntend werkt. Het ene moment sta je zwaar te headbangen, het andere moment sta je op en neer te gaan op luchtige hiphop beats. Een optreden om te onthouden, want volgende keer dat Yungblud een show speelt, zal het voor een nog groter publiek zijn.
Van de ene mix naar de andere, want na Yungblud haasten we ons naar de Club, want daar treedt ene Benjamin Clementine op. Al snel werd het duidelijk dat er zich een uitzonderlijk tafereel zou afspelen op het podium: het was deels gevuld met paspoppen. Het werd een mengeling van klassieke muziek, gesproken woord en prachtige lyrics. Kortom, een hemels resultaat. Dat resultaat mengt hij dan weer met drums en bas, wat ervoor zorgt dat het ook weer dansbaar wordt. We zagen alle kanten van het muzikaal spectrum, dat is duidelijk. Het enige minpuntje was dat hij het publiek aansprak met ‘Hello Brussels’. Maar na reactie van het publiek verbeterde de immer sympathieke Benjamin Clementine zich al snel. Bij “Condolence” verlaat hij zijn piano en toont hij zich als een rasentertainer door alle kanten van het podium op te zoeken. Een bevreemdend, maar eens zo goed optreden.
Voor sommigen een legendarische band, voor anderen dan weer ‘de band van’ Pharrell Williams. NER*D stond op de Main Stage en toch was er weinig volk dat kwam opdagen. De Amerikaanse groep ligt op een kruising tussen rock & hiphop en had live met enkele kwaaltjes te kampen. Pharrell Williams etaleerde zich als aandachtstrekker en probeerde er wat sfeer in te brengen, maar de opvallend lege weide liet zich, op de eerste rijen na, niet meteen meetrekken. De show was bij momenten misschien net iets te chaotisch voor de massa, maar entertainend was het wel. Pharrell en Chad hadden overigens geen schrik van hun fans en pikten doorheen de show meer en meer fans uit het publiek om op het podium te komen dansen. Afsluiters “Lapdance” en “Lemon” trokken gelukkig op tijd weer de aandacht naar hun muziek en beëindigden het optreden toch nog met een knal.
We doken de nacht in met WWWater. Zonder te weten wat we moesten verwachten, stapten we De Lift binnen. De Belgische dame stapte lichtjes onzeker het podium op, maar toen ze de respons van het publiek zag, begon ze te blaken van het zelfvertrouwen. Haar experimentele electro pop sloeg aan met als gevolg dat De Lift in vuur en vlam stond. Dat ze kan zingen, kon je al horen op haar reeds uitgebrachte singles, maar live kwam ook het muzikale aspect veel beter uit. Dit kwam natuurlijk deels door de ijzersterke twee-persoons band die haar ondersteunde. Vette bassen en live drums denderden door de tent, waardoor het bijna onmogelijk was om je dansbenen stil te houden. Dat dit nog niet het laatste is wat we van WWWater hebben gehoord, daar zijn we zeker van. Alweer een Belgische artiest om in het oog te houden!
Wie aan Oscar & The Wolf zijn kwaliteiten als headliner twijfelde, zal teleurgesteld zijn want Max Colombie en kompanen verrasten met een gigantische productie (van confetti tot vuurwerk) en nieuwe live-arrangementen. Weinig Belgische bands deden het hen voor en het niveau van de productie zal op Belgisch vlak niet snel geëvenaard worden. De nummers uit de nieuwste plaat “Infinity” hadden de bovenhand in de set en klonken live nog zwoeler en geiler dan ooit tevoren. De setting waarin de nummers gebracht werden, oogde modern en internationaal net zoals Max Colombie zelf. De koning van de Belgische festivals flaneerde en danste erop los en stapte ook met veel plezier over zijn catwalk. Oscar & The Wolf bracht een meer dan degelijke headliner-show die vooral de jonge fans gek maakte. Een Belgische wereldster waar we wat trotser op mogen zijn.
Wie nog jus over had in de benen kon vrijdagavond terecht bij Sons of Kemet. Onder leiding van saxlegende Shabaka Hutchings, verstopt onder een hoedje, nam de band ons mee op een enkele rit richting Caraïben en New Orleans. Samen met zijn al even begenadigde compagnon op tuba Theon Cross dartelde Shabaka over toonladders terwijl twee drummers hen strak in het gareel hielden. Of toch niet te strak, want er lag enorm veel ruimte voor improvisatie. Het trucje met twee drummers hadden we al eerder gezien, maar in plaats van exact dezelfde partijen te spelen, vulden ze elkaar hier perfect aan en lasten ze op tijd en stond een pauze-momentje in voor Hutchings en Cross. Het tempo lag verschroeiend hoog, alsof Sons of Kemet het laatste beetje energie uit onze dansbenen wou persen. En met succes ook want hun opgewekte jazz is zo verdomd aanstekelijk.